EV-infrastructuur: Een stap dichter bij een Europa met één snelheid

Door: Zuzana Púčiková, Director Policy Europe bij EVBox

Er wordt verwacht dat AFIR het rijden met een EV aanzienlijk zal verbeteren: EV-rijders zullen toegang hebben tot gemakkelijk te vinden, gebruiksvriendelijke laadstations op elke 60 km van hun reis binnen de 27 EU-landen. En dankzij naadloze betaling in combinatie met transparante en zichtbare prijzen zullen het vertrouwen en de ervaring van de klant verbeteren. Op deze manier zal AFIR bijdragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU: de "Green Deal" die Europa klimaatneutraal moet maken tegen 2050 en de "Fit for 55" als opstapje, die een vermindering van de CO2-uitstoot met 55% tegen 2030 voorschrijft.

Maar met AFIR alleen krijgen we de klus niet geklaard. Ondanks de unieke aanpak van AFIR maakt het opladen van elektrische voertuigen nog steeds geen volledig gebruik van de belangrijkste mijlpaal die de EU de afgelopen 30 jaar heeft bereikt: de interne markt.

Hoe komt dat? De interne markt creëerde de "vier vrijheden" die vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en mensen garanderen. Dit betekent onder andere dat een bedrijf hetzelfde product in elk van de 27 EU-staten kan verkopen. Maar met EV-laders zijn fabrikanten zoals EVBox nog steeds verplicht om allerlei productvarianten te ontwikkelen om hun hardware in alle EU-landen te kunnen verkopen: in het ene land is een extra shuko-stekker nodig, in een ander land een luik om het stopcontact af te dekken. Anderen dringen aan op een extra meter bovenop een door de EU gecertificeerde meter om te meten hoeveel elektriciteit er wordt gebruikt. Of een externe noodknop om een al veiligheidsgecertificeerd laadstation uit te schakelen. Of een voorziening waarmee autoriteiten de energietoevoer naar de EV-lader kunnen afsluiten. Ik kan nog wel even doorgaan. Toch is geen van deze nationale vereisten op grote schaal verplicht gesteld buiten de één of twee EU-landen die ze opleggen, wat twijfel zaait over de vraag of ze echt bedoeld zijn om de Europese consument van dienst te zijn.

Het zal geen verrassing zijn dat het ontwerpen en produceren van meerdere prototypes van EV-laders - in plaats van slechts één - veel meer ingenieurs vereist (die schaars zijn en wiens unieke vaardigheden veel beter gebruikt zouden kunnen worden), ander personeel om deze complexe operatie uit te voeren, langere doorlooptijden en verschillende onderdelen die langdurige - en vaak dure - certificeringsprocessen doorlopen. We hebben het over extra kosten in miljoenen euro's en flinke vertragingen in jaren om een laadstation in al zijn variaties beschikbaar te maken in 27 EU-landen.

Stel je eens voor dat deze extra mensen en fondsen zich zouden kunnen richten op datgene wat de ecologische norm echt kan verbeteren: het ontwikkelen en produceren van meer EV-laders binnen een korter tijdsbestek en het bevorderen van de nieuwe innovaties op het gebied van Smart Charging. Dankzij Smart Charging kunnen EV-rijders er nu al voor kiezen om alleen op te laden als er zonne-energie of andere duurzame energie beschikbaar is. Of om te stoppen met laden wanneer de vraag naar energie piekt, waardoor de druk op het overvolle elektriciteitsnet afneemt en er minder behoefte is aan grote netupgrades. De volgende stap zou EV's kunnen veranderen in batterijen op wielen, die stroom terugleveren aan het stroomnet thuis.

Dit is precies wat een interne markt voor het opladen van elektrische voertuigen zou doen. Met meerdere lokale regels creëren we meerdere snelheden voor elektrische mobiliteit. Met de interne markt krijgen we één Europa met één snelheid.

Maar hoe komen we daar? EVBox is momenteel voorzitter van de belangrijkste vereniging van onze sector, ChargeUp Europe, die een duidelijk pad heeft uitgestippeld voor de EU om de klimaatuitdaging aan te gaan en onze sector sneller te laten groeien. We moeten:

1.     Gebruik maken van de groeibevorderende kracht van de interne markt, door de AFIR ten uitvoer te leggen en onterechte obstakels in de lokale regelgeving uit de weg te ruimen door middel van verdere harmonisering.

2.     De regelgeving eenvoudiger te maken om de efficiëntie van de toeleveringsketen te optimaliseren en personeelstekorten op te lossen.

3.     Investeren in een netwerk om het geschikt te maken voor de elektrificatie agenda van de EU en het netwerk te ontlasten door middel van beleidsmaatregelen, die Smart Charging mogelijk maken - zoals het verplicht stellen van het delen van voertuiggegevens, zoals de batterijstatus, met EV-laders.

4.     Open, door de EU-industrie geleide standaarden en protocollen OCPP en OCPI formaliseren. OCPP - waarvan de laatste versie Smart Charging ondersteunt - stelt klanten in staat om de optimale hardware- en softwarecombinatie te kiezen, terwijl eventuele nieuwe normen eerder moeten dienen als aanvullende verbeteringen dan als vervanging van OCPP.

5.     Een nieuwe beleidsstructuur opzetten om een naadloze integratie van het opladen van elektrische voertuigen in de energie-, digitale en transportsector te ondersteunen. Een doeltreffende interactie tussen de EV-laadinfrastructuur en deze sectoren is essentieel voor duurzame ontwikkeling.

Als bedrijf en industrie staan we klaar om te helpen bij de overgang van conventionele brandstofvoertuigen op fossiele brandstoffen naar milieuvriendelijk vervoer. Maar in het licht van de toenemende klimaatnood waaraan we deze zomer allemaal pijnlijk zijn herinnerd, moeten we sneller handelen. Met een interne markt voor EV-laders kan onze sector de EU helpen haar AFIR-doelstellingen te halen en waarschijnlijk zelfs te overtreffen. Ervoor zorgen dat elke Europeaan zijn EV kan opladen waar en wanneer hij dat wil. In een Europa met één snelheid zal elektrische mobiliteit niets minder zijn dan... gewoon realiteit.